happy masker

zonnetje in huis

Als kind werd ik "het zonnetje in huis" genoemd. Een titel waar ik fier op was. Ik ben een levensgenieter en ik lach graag.

 

Toen ik ziek werd wist ik heel goed: dit moet ik blijven bewaren. Het leven toelachen, genieten van de kleine dingen. Dit kan mijn sterkte zijn om te vechten tegen wat wel eens een bittere pil om te slikken kan zijn. En dat werd het ook. Zowel de bittere pil als mijn lach een medicijn.

wanneer het een masker wordt

Op een bepaald moment is het soms een masker geworden. In het 2de jaar  (godsdienst) geef ik les over emoties en hoe een figuurlijk masker dragen positief en negatief kan zijn. Mensen kunnen me door het vrolijke masker, de vrolijke Annelies, niet helemaal inschatten. En soms is dat handig. Wanneer je niet wilt tonen dat het minder met je gaat bijvoorbeeld. Ik wil niet altijd delen met mensen hoe ik me voel. Ik wil niet non stop praten over mijn pijn en uitputting, mijn dagelijks gevecht. Ik wil niet dat dit mijn identiteit wordt. Dus dan is het lekker handig dat ik mijn positieve karaktertrek kan omzetten in een masker om geen 'vervelende' vragen te krijgen.

masker bij verpleging en thuishulp

Het probleem echter is dat ik het masker ondertussen nog nauwelijks kan afzetten als er andere mensen in de buurt zijn.

In de blog: pijn achter gesloten deuren , praat ik over hoe alleen mijn naasten, diegene die mijn slaapkamer binnenkomen, de zieke Annelies kennen. Hoe ik hen soms kan afsnauwen tot mijn grote schaamte uit onmacht en frustratie. Het zijn altijd de mensen die het dichts bij je staan die het moeten bekopen als je je niet goed voelt, om welke reden dan ook.
Ik schreef die blog toen ik nog thuis woonde bij mijn ouders. Toen kwamen alleen mijn ouders, beste vriend en broer en zus mijn kamer binnen.
Ondertussen hebben verpleging en thuishulp mijn sleutels en wandelen er elke dag 3 mensen binnen en buiten. En wat heb ik ontdekt? Ondanks dat ook deze mensen mijn slaapkamer binnenkomen, zal ik mijn masker opzetten. Ik kan zo op zijn als iets, als de verpleging binnenkomt en vraagt hoe het met me gaat, zet ik me recht, glimlach ik en zeg ik: 'bwa, gaat wel, gewone dag.' Ik praat luid en duidelijk, ben alert, toon interesse en sta open voor babbel. Soms ben ik zelf hyperactief juist omdat het zo moeilijk is om het masker op te houden dat ik er voluit voor moet gaan. En wanneer die deur dichtvalt, stort ik soms in.

 

Ondertussen heb ik verpleging en thuishulp waar ik al 2 jaar en band mee opbouw. Met de ene klikt het natuurlijk beter dan met de andere. Maar je leert elkaar kennen. En toch, ik kan ze nauwelijks binnenlaten.
Als ik pijn heb dan begin ik bijvoorbeeld vaak te schommelen en te wiegen om de pijn onder controle te houden. Dat zal ik niet doen wanneer ze in de buurt zijn. Héél uitzonderlijk ben ik al eens betrapt hierop. Was de pijn echt te erg. Maar dat is dan niet toevallig bij de persoon waar ik me het beste bij voel. Wat niet wegneemt dat ik ook bij haar mijn best zal doen om bij haar mijn vrolijke kant te blijven behouden.

gemis van vertrouwen

Wat is dat toch dat ik niet kan laten zien hoe ik me voel? Het is niet dat ik het de meeste van thuisverpleging en verzorgsters niet wil toevertrouwen. Maar er is een basisvertrouwen dat ik mis. Deels door mijzelf, deels door ervaring.

 

Ik heb in mijn opvoeding geleerd om niet flauw te doen. Ik kon als kind heftig reageren op pijn. Misschien heb ik wel een lage pijngrens: is dat even pech! Maar goed, ik kon dus huilen en zwaaien met mijn armen. Mijn ouders lieten dan goed aanvoelen dat ik niet moest overdrijven en me kalm moest houden.

 

Daarnaast is onze maatschappij ook erg intolerant tegenover mensen die hun zwakte tonen. Hoe vaak hoor je niet geroddel op de werkvloer of onder vrienden over die ene met een depressie, burn out, chronische ziekte. Vaak hoor je dan ook vallen dat het niet al te sterke mensen zijn. Dat het tijd is dat ze zich herpakken. Het mag niet te lang duren of mensen verliezen vaak hun begrip.
Opgroeiend in zulke maatschappij, heb ik dit altijd goed beseft. Mij gaan ze niet zwak of flauw vinden. Ik ben sterk!

 

Vanaf mijn eerste ervaring in het ziekenhuis deed ik dan ook echt men best om niet flauw over te komen. Ik wilde de patiënt zijn waarvan men zei: 'amai, dat is een dappere.' i.p.v. 'amai, dat is een flauwe.'
Maar ik kon het niet voorkomen. Zo is er een voorval dat ik nooit zal vergeten. Ik lag in het ziekenhuis na een spoedopname door ondraaglijke pijn. Ik mocht op het belletje drukken als ik te veel pijn had en dan kreeg ik medicatie. Zo gezegd zo gedaan. Toen er na een kwartier niemand kwam, twijfelde ik om terug te bellen. Maar mijn moeder, ook verpleegkundige, raadde me aan om te wachten omdat het erg druk was op dienst. Dus ik belde pas een half uur later terug.
Toen dezelfde verpleging binnenkwam, herhaalde ik mijn vraag. Door de kleine kamer stond mijn toenmalige vriend aan de buitendeur. Hij zag hoe de verpleegster bij het buitengaan met haar ogen rolde. Net buiten mijn kamer kwam ze een collega tegen. We hoorde ze zeggen tegen elkaar: 'Wat was er?' 'Ze vraagt pijnmedicatie. Dat vroeg ze daarstraks ook al. Zo erg zal het wel niet zijn als ze het nu pas terug vraagt hé, pfff.' En dit op cynische toon.

 

Dat is maar één voorval. Maar het doet echt pijn als je zulke opmerkingen hoort uitspreken door de mensen die je horen te helpen. Ook artsen gaan hier in niet vrijuit. In dezelfde week dat mijn psycholoog mij smeekte om eens te leren luisteren naar lichaam i.p.v. altijd maar te vechten, zei een arts me dat ik eens moest leren doorbijten.

hoe het masker men vijand wordt

Die ervaringen zorgen ervoor dat je de mensen in het ziekenhuis niet gaat vertrouwen. Dus zet ik daar nog extra bewust mijn masker op. Ik lig sinds een jaar op een nieuwe dienst. Ik scan de verpleging onbewust de hele tijd op gedrag dat erop zou wijzen dat ze me flauw vinden. Omdat dit zo'n grote angst is. Om niet serieus genomen te worden terwijl mijn pijn en uitputting zo echt zijn. En ik kan ze niet betrappen op een twijfelachtige houding. In tegendeel. En toch, als ze binnenkomen dan zet ik me recht, glimlach ik en zal ik niet erg in detail treden over hoe ik me voel. Ik blijf een beetje een gesloten boek voor hen. Weet je wat ik doe als ik zoveel pijn heb dat ik moet huilen? Dan sluit ik me op in de badkamer omdat ze daar niet ongevraagd binnenkomen. Dus dan kan niemand men tranen zien.

 

Maar kan je verwachten dat ze je serieus nemen als je met een glimlach zegt dat je een pijnscore van 5 hebt? dat ben ik meer en meer beginnen inzien. Misschien dat die arts daarom dacht dat ik wat meer moest doorbijten, omdat ik altijd zo mijn best doe om positief en vrolijk te zijn. Misschien moet ik laten zien hoe ik me echt voel. Alleen, wat als ze me dan flauw gaan vinden? En zo ben ik weer vertrokken in mijn angst om niet serieus genomen te worden.

 

Het rare van al is dat ik op sociale media nog het meest open ben naar de buitenwereld. Waarschijnlijk omdat het alleen achter mijn computer me een vals gevoel van veiligheid geeft. Dan durf ik wel eens op een foto NIET te lachen. Dan durf ik verwoorden dat het echt niet goed gaat. Zoals hier. Maar het is misschien een stap in de goede richting. Ik wil namelijk men best doen om te leren de balans te vinden tussen laten zien hoe ik me voel zonder aanleiding te geven dat men zou denken dat ik overdrijf.