blijven werken, hoe doe je dat?

Mensen vagen me soms, hoe hou jij dat vol, werken terwijl je zo ziek bent? Ik weet dat ik een uitzondering op de regel ben als je kijkt naar mijn gezondheidstoestand. Ik snap héél goed dat vele in mijn situatie niet meer kunnen werken. Of wanneer ze beter zijn en geen werk meer vinden. Hoe verklaar je tenslotte dat gat in je CV?

 

Er wordt snel geoordeeld over mensen die langdurig ziek zijn. 'Je moet gewoon doorbijten', 'Kan je je niet herpakken?', 'die profiteert of wentelt zich in zelfmedelijden'. Maar zo simpel is het helemaal niet. Zo zwart wit is het niet. Vaak zijn er heel wat aanpassingen nodig om de job te kunnen blijven doen. Dit vraagt een inspanning van de werkgever en deze wil dit niet altijd doen, zeker met de onzekerheid over de gezondheidstoestand van werknemer. Dan maar omscholen? Maar ook daar moet je genoeg energie voor hebben en in de mogelijkheid zijn om de verplaatsingen naar de school/cursus te maken. Neen, het is echt niet zo simpel als langdurig zieke om terug in het werkleven te stappen. Ik heb zelf héél veel geluk gehad:

Eerst en vooral doe ik mijn job doodgraag. Mijn ouders hebben ons altijd vertelt: ‘Het belangrijkste later is dat je je job graag doet, niet hoeveel je ermee verdient’. En ik ben zeer gelukkig dat ik mijn droom job heb gevonden. Ik weet nog toen dat ik, toen ik startte met lesgeven dacht, ik zou dit doen zelfs als ze me er geen geld voor gaven. Het is ongelofelijk wat je terug kan krijgen van de kinderen en wat je voor hen kan betekenen. Met hen op weg mogen gaan, hen laten nadenken over verschillende aspecten van het leven, hen laten kennismaken met cultuur en religie. Het is me goud waard.

Toen ik in 2011 echt goed ziek werd, werd alles plots héél onduidelijk. Op korte tijd kwam er een stok, krukken en rolstoel in mijn leven. Diezelfde zomer nam ik het besluit een elektrische scooter te huren zodat ik op school zou geraken.  Ook zou ik enkele uren minder gaan werken. Maar al snel werd duidelijk dat ik meer dan enkele uren zou moeten opgeven wilde ik blijven lesgeven.

Mijn directie heeft altijd achter me gestaan. Ik weet nog goed dat tijdens een eerste gesprek over mijn medische toestand (een gesprek waar ik zeer zenuwachtig voor was) mijn directeur me zei: ‘vertel ons alles wat jou kan helpen om de slaagkans zo groot mogelijk te maken, dan zien wij wat we kunnen doen. Zo winnen we beiden’.  Ik ben hen altijd enorm dankbaar geweest voor deze kijk op mijn situatie. In het onderwijs heb je de eerste drie jaar een jaarcontract dus ze hadden perfect kunnen zeggen: ‘Sorry Annelies, we leven erg met je mee, je bent een goede leerkracht, maar het belang van onze school moet voorgaan.’

 

Elk directieteam zou hier een voorbeeld aan mogen nemen. Mensen met een beperking kunnen soms een verrijking worden binnen je team. Onderschat je eigen team en de mogelijkheid tot zich aanpassen aan een persoon niet. Het kan echt een zegen zijn voor een team, school, bedrijf.

Na wat zoeken hebben we nu een vast systeem. Ik werk enkel in de ochtend. Zo kan ik ’s middags rusten en heb ik toch nog iets aan mijn avond moest ik genoeg energie hebben om bijvoorbeeld naar een altvioolles te gaan of even in de woonkamer voor de tv te zitten.
Ik geef nooit meer dan 3 uur op 1 dag. En er is altijd een springuur zodat ik even op adem kan komen.  Even weg kan uit de drukte. Dat zorgt ervoor dat ik 8 uur lesgeef, verspreid over 4 dagen. De voorbereidingen en verbeterwerk doe ik wanneer ik sterk genoeg ben, al doe ik het vaak in bed. Ik geef ook al heel wat jaren aan hetzelfde jaar. Daardoor ken ik de leerstof erg goed en kan ik zien of ik al dan niet de tijd, energie heb om eens iets nieuws uit te proberen of de les van het jaar voordien overneem.
 Gelukkig geef ik geen hoofdvak en is het vervolgens geen ramp als er eens een les wegvalt. Wanneer ik in de kliniek ben als het school is (nu bijvoorbeeld valt deze in de krokusvakantie. Dat betekent geen vakantie voor mij, maar ook geen ziektedagen verliezen), dan voorzie ik taken die de leerlingen maken tijdens de les. Ik kan deze dan de week voordien uitleggen zodat ze weten wat er hen te wachten staat. Bij elk hoofdstuk ben ik zo wel voorzien op individuele werkjes. 

Als ik onverwacht voor langere tijd afwezig bent, neemt mijn geweldige collega Kathleen het van mij over.  Ik ben Kathleen dan ook ontzettend dankbaar. 


Ons team is echt bijzonder. Ik heb zulke sfeer nergens op een stageplaats tegengekomen. De collegialiteit is erg groot. En voor mij zijn ze bijzonder lief. Je kan je niet voorstellen hoe ze elke dag écht oprecht aan me vragen hoe het met me gaat. Ik ben hen daar zo dankbaar voor. Dat ze dit reeds 4 jaar lang volhouden en blijven vragen.  Ik krijg ook echt hulp van hen. Ik ben bijvoorbeeld erg vergeetachtig en loop soms achter de feiten aan omdat ik alle informatie niet in me kan opnemen.  Mijn beschermengel op school en vriendin Reintje heeft steeds door wanneer ik te moe ben om nog te kunnen volgen en in te schatten wat er van me verwacht wordt en staat dan steeds aan mijn zijde om me even bij te staan, wegwijs te maken. Zo bijzonder!
Mijn collega’s helpen me ook bij verbeterwerk wanneer deze te groot wordt, ik te ziek ben of net in de kliniek aan het infuus lig. Ze rijden ook kliniek af en aan voor me om mijn ouders te ontlasten.
Zulke vriendschap en collegialiteit ga je niet in elk team vinden. Dus prijs me echt gelukkig!

 

Het laatste is het belangrijkste.  Zoals ik in het begin reeds zei: mijn leerlingen.
Ze geven me een reden om elke dag, goed of slecht, uit mijn bed te stappen en naar het werk te gaan. Hun humor, hun deugnieterij houden me wakker. Ze leiden me af van de pijn en uitputting. Ze doen me lachen. En ja, soms doen ze me ook afzien, maar dat hoort erbij. Ze leven erg met me mee. Ik probeer hier steeds een juiste balans in te vinden. Het mag zeker een verrijking zijn een leerkracht te hebben met beperkingen: zo worden ze met iets geconfronteerd waar ze anders misschien niet mee in contact zouden komen en leren ze hiermee omgaan. Maar het mag geen last voor hen worden. Toch is het hartverwarmend om hen hun begrip en bezorgdheid te zien. Ze vergeven het me meteen als ik wat later ben met een verbetering, iets waar ze anders erg over kunnen zagen (zij moeten tenslotte ook op tijd zijn met hun taken). Of springen recht om mijn boekentas of dergelijke te dragen.  Deze jonge mensen houden me wakker, alert, doen me in contact blijven staan met de wereld en geven me vee levensvreugde.

 

En zo lukt het mij om te blijven werken. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Ik weet wel dat ik er alles aan zal doen om dit te kunnen blijven doen. En dat ik een team, directie en hele troep leerlingen achter me heb staan die me steunen hierin.